West-Brabant

Angstcultuur in de West-Brabantse jeugdzorg en pleegzorg (deel 3)

Stockfoto's (bewerkt): PIxabay

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

We brengen een serie artikelen over wat er goed en niet goed gaat in de jeugdzorg en pleegzorg in onze regio. We spraken een ervaren pleegmoeder die vanwege haar werk ook veel situaties van anderen kent. Een schokkende opsomming van misstanden die haar zelfs op een waarschuwing van een pleegzorgmedewerker kwam te staan.

Jeugdzorg en Pleegzorg liggen nogal eens onder vuur. Ouders, pleegouders en verzorgers voelen zich vaak niet serieus genomen of worden als niet bekwaam afgedaan. Kinderen worden te snel uit huis gehaald, vaak met rampzalige gevolgen. Dat is het beeld dat is ontstaan. Recent nog wijdde het VPRO-programma Argos er een programma van een uur aan. Het schetst bepaald geen vrolijk beeld.

Ook in onze regio is het nodige aan de hand, laten we met een serie artikelen over de angstcultuur in de Zuidwest-Brabantse jeugdzorg zien. Hieronder het verhaal van een pleegmoeder die gewaarschuwd werd voor de gevolgen als ze met een journalist zou praten. Ze woont in onze regio en is daar ook zeer actief. Haar echte naam wordt niet gebruikt maar is bekend bij de redactie.

‘Praat met de pers en je bent je pleegkind kwijt’

Door: Hans-Jorg van Broekhoven

“Mensen durven nooit hun verhaal te doen. Jeugdzorg heeft zó veel macht.” De toon is meteen gezet in het eerste gesprek met Ella. En ze weet waar ze over spreekt, ze is meermaals pleegmoeder geworden en kent vanuit haar werk nog veel meer verhalen. Ze geeft ook meteen een voorbeeld van hoe de angst soms regeert bij ouders en verzorgers: “Een melding van een ex of zelfs een kwaadwillende buurvrouw kan al voor veel ellende zorgen.”

Ella neemt duidelijk geen blad voor de mond. Ze vertelt dat Jeugdzorg dwang en dreigementen inzet als middel. We weten dan nog niet hoezeer dat ook voor haar geldt. Een ander punt van kritiek is de onzorgvuldige wijze waarop de instantie omgaat met privégegevens, zelfs van mensen die serieus moeten vrezen voor geweld van bijvoorbeeld een ex. Als dergelijke informatie per ongeluk toch is rondgemaild, wordt daar laconiek op gereageerd. Terwijl de betreffende ouders of verzorgers grote angsten uitstaan voor de mogelijke gevolgen.

Zelfs andere kinderen worden ondervraagd

De lijst met klachten is langer. Het feit dat begeleiders om de haverklap wisselen is een pijnpunt, en overdracht is er vaak amper. Veel dossiers lijken er eveneens niet te zijn. Er wordt van alles besloten over de hoofden van kinderen en ouders dan wel verzorgers heen. Soms worden ook de eigen kinderen van pleegouders benaderd, terwijl het helemaal niet om hen gaat. Die van Ella zijn op school als eens uit de klas gehaald, waarna ze werd gevraagd of het thuis wel goed ging en of ze het er leuk hadden.

Bang voor het bijna ondenkbare

Volgens Ella is één van de redenen dat de geboden begeleiding vaak zo slecht is, het gebrek aan medewerkers. Zeker als het ook nog oprecht betrokken mensen zijn. Bijna niemand wil bij Jeugdzorg werken. Of ze lopen vast en zijn zo weer weg. Bij pleegzorg gaat het wel vaak beter, maar daar werken trekt een zware wissel op mensen. Ze zien veel ellende. Een medewerker heeft recent nog tegen Ella gezegd dat het team oprecht vreest dat ze ‘vroeg of laat een dood kind in een kofferbak aantreffen.’

Aan de kant van de pleegouders -of zij die dat overwegen te worden- is het niet beter. Het tekort is enorm omdat de meesten afhaken of er zelfs niet aan beginnen, door de wijze waarop instanties functioneren en hen behandelen. Men haakt massaal af.

Volgens een in 2019 gehouden onderzoek is nog maar dertien procent van de pleegouders er zeker van dat opnieuw te willen worden. Ruim veertig procent twijfelt, ruim een kwart zegt met zekerheid nee en zo’n vijftien procent wil op een andere manier iets gaan doen voor kinderen. Nota bene: het betreft een onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut, de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen en Jeugdzorg Nederland.

Een onthutsende waarschuwing

Bij een tweede gesprek heeft Ella een onthutsende mededeling: “Als ik met jou praat ben ik mijn kind kwijt.” Een pleegzorgmedewerker waarschuwde haar dat, als ze richting een journalist uit de school zou klappen, Jeugdzorg het dan zou gooien op een ‘verstoorde vertrouwensband’. Haar pleegkind gaat dan bijna zeker naar een gezinsvervangend tehuis want, zoals eerder besproken, pleegouders zijn er bijna niet meer. “Dus ik moet oppassen. Niet voor mezelf maar als ik doorzet heb ik mijn kind ermee.” We mogen haar nog steeds citeren maar dan wel onder een gefingeerde naam.

Ze sluit het tweede gesprek af met een cynische constatering: “Bij Bureau Jeugdzorg werken geen mensen, het is een bureau.” Waar, zoals ze eerder al vertelde, mensen die wél op willen komen voor het belang van de kinderen het vaak nog geen jaar uithouden.

Lees ook de rest van de serie door hier te klikken.